Sinds de uitbraak van de coronapandemie werkt 13,5 procent van de werknemers tussen de 20 en 64 jaar in de Europese Unie in de regel van thuis. Dat is meer dan een verdubbeling sinds 2019, toen het aantal telewerkers nog 5,5 procent bedroeg. Dat blijkt dinsdag uit cijfers van Eurostat, het Europese statistiekbureau.
Thuiswerk is zeer goed ingeburgerd in de regio van de Zweedse hoofdstad Stockholm, waar twee op de vijf werknemers (40,5 procent) in 2021 een thuiskantoor hadden. De Ierse Midlands, waartoe de hoofdstad Dublin behoort, en het oosten van Ierland komen op plaats 2, met 39,3 procent van de werknemers, gevolgd door de regio van Helsinki-Uusimaa in Finland met 37 procent. In de top-10 staan verder liefst vier Belgische regio's: de provincie Waals-Brabant, de provincie Vlaams-Brabant, Brussel-Hoofdstad en de provincie Oost-Vlaanderen, die elk ook boven de 30 procent telewerkers uitkomen.
Tussen 2019 en 2021 is het aantal mensen die van thuis werken, in de EU gemiddeld met 8 procent gestegen. In de regio's van de Ierse Midlands en Stockholm kwam de stijging meer dan vier keer zo hoog uit als het Europese gemiddelde.