De vooruitgang op het vlak van informatietechnologie die van toepassing is op de gezondheidszorg, zal de toekomst van gezondheidszorgbeoefenaars dooreenschudden. Die nieuwe technologie is alomtegenwoordig en biedt nieuwe manieren om te leven, om de maatschappij te organiseren, en ook om zich te verzorgen. De ‘geconnecteerde gezondheid’ is dus een kans voor de volksgezondheid. Maar daar hoort begeleiding bij want het risico dat er meer commerciële dan echt zorgomvattende apps zullen opduiken, is groot. Het is immers makkelijk om mee te surfen op het succes van de trends en de goedgelovigheid van de consument. Dit geldt niet alleen voor gezondheidszorgbeoefenaars, maar ook voor patiënten. Zij moeten kwaliteitsvolle informatie krijgen.
In de apotheek lijkt Facebook een uitstekend communicatiemiddel om ons tot onze patiënten te richten. Het sociale netwerk van Mark Zuckerberg telt ongeveer 7,5 miljoen actieve Facebook-accounts (65% van de bevolking) in België. Dat is heel wat meer dan Google+, Twitter, Snapchat en Instagram. Facebook is eenvoudig en gratis en dit sociale netwerk maakt het mogelijk om zich beter bekend te maken, om gezondheidsinformatie voor te stellen en om zijn specialisaties in de kijker te zetten.
Het succes van een Facebook-pagina is gebaseerd op heel wat criteria. Om gelezen te worden moet er een bepaald ritme in de publicaties zitten, en moet er meerdere keren per week worden gepubliceerd. Het onderwerp moet bovendien nauw aansluiten bij de wereld van de apotheek en de actualiteit. Dagen en weken met een thema zijn zeker een goed idee als ondersteuning. Andere succesfactoren: abonnees, publicaties met internetlinks, teksten, foto’s en video’s, informatie over de volksgezondheid, promoties en lokale info. We moeten de apotheek echt integreren in het leven van de gemeenschap, van de wijken, van het sociale milieu waarin ze zich bevindt. Een Facebook-pagina kan in dit geval een belangrijke schakel zijn.
Veel volk op de sociale netwerken betekent ook veel volk in de apotheek. Facebook werkt ook in alle richtingen: het team in de apotheek kan de patiënten-klanten naar de Facebook-pagina verwijzen en de Facebook-pagina zorgt er dan weer voor dat de volgers naar de apotheek komen. Het volgen van de commentaren is van groot belang, net als de visuele elementen dat zijn. Deze bepalen of een bezoeker een publicatie leest of niet. 98% van de commentaren van patiënten zijn positief. Het gaat meestal om bedankingen, maar er kan ook een agressieve of beledigende post tussen staan. Die moet u onmiddellijk verwijderen. Vragen mogen nooit onbeantwoord blijven, net als negatieve commentaren. Degene die antwoordt moet vermijden om de discussie aan te gaan en moet integendeel proberen om de situatie te neutraliseren.
Hoe gemakkelijk Facebook ook te gebruiken is, toch blijft het schrijven van inhoud ervoor moeilijk. De boodschap moet immers door iedereen worden begrepen. We zitten in de wereld van de gezondheidszorg: het kan soms gaan om vrij technische informatie die we op de best mogelijke manier in mensentaal moeten weten over te brengen. Maak van Facebook geen commercieel promotiekanaal! Mensen zijn nu eenmaal in de eerste plaats op zoek naar gezondheidsinformatie. Als er tussen de massa enkele promoties zitten, mag dat zeker. Maar wijd er vooral geen hele pagina aan want dat kan het effect van dit soort media, gericht op het delen, tenietdoen.
Wat het wettelijke kader betreft, bevinden we ons in een juridisch vacuüm. We kunnen onmogelijk weten wat mag en niet mag! Het lijkt er zelfs op dat onze overheid de communicatie eerder wil beperken in plaats van ze open te stellen.
Door internet, Twitter, mobiele apps, geconnecteerde objecten, de nieuwe opdrachten van de apotheker, maar ook de steeds grotere concurrentie tussen de distributiecircuits van de parafarmacie en het medische materiaal, moeten de regels over communicatie en publiciteit in verband met ons beroep evolueren. Dit is een prioriteit, ja zelfs een noodsituatie om de bedreiging van ons monopolie aan te pakken!
