Op korte termijn, tijdens een overgangsperiode, moeten we teleconsultaties financieren per prestatie (met innen van remgeld). Risico is dat deze regeling misbruikt wordt. Daarom moeten we zo snel mogelijk naar een gemengde, hoofdzakelijk forfaitregeling van zowel teleconsultaties als fysieke raadplegingen, besluit de werkgroep teleconsultaties.

Het rapport van die werkgroep Van den Bruel - Belche kwam er op vraag van minister Vandenbroucke. De werkgroep meent dat teleraadplegingen een nuttige aanvulling zijn voor de huisartsgeneeskunde. Haar rapport werd voorgesteld op de jongste medicomut en leidde tot een lange discussie. Nu al is er immers een ontwerp KB dat vier codenummers bevat over de teleconsultatie, maar helemaal niet bevredigend is zoals we eerder al berichtten. Het omvat slechts vier virtuele contacten per jaar per patiënt.

De vier codenummers zouden van kracht moeten worden op 1 juli, maar nu zijn dus aanpassingen gevraagd. Men wil de teleconsultaties in een ruimere context plaatsen, rekening houdend met de structuur van de eerste lijn in de toekomst, maar dat overstijgt dan weer de opdracht van de werkgroep zelf. 

Therapeutische relatie

Daarnaast blijft de therapeutische relatie als hoeksteen van een teleconsultatie voor alle betrokken partijen evident, ook voor de Onafhankelijke Ziekenfondsen. "Alleen de CM vindt een fysiek contact blijkbaar niet nodig", reageert dr. Marc Moens (Bvas). Hij suggereert dat dit iets te maken kan hebben met het project Doktr van Proximus en Domus Medica. "Voor ons is kwaliteit het belangrijkste, verklaarde onze voorzitter, dr. Herry al eerder."

Shoppingmolen

Thomas Gevaert (Kartel) zit op dezelfde lijn. "Een privépartner fietst tussen onze vraag naar een therapeutische relatie arts-patiënt wat teleconsultaties betreft.  Het gaat om Doktr van Proximus waarmee AADM en CM mee scheepgingen. Laat je mogelijke contacten met de patiënt toe zonder therapeutische relatie, dan bestaat het risico op een shoppingmolen. Men zegt grendels in te bouwen, maar een dergelijk businessmodel moet geld opleveren: dus rijst de vraag hoe je omgaat met private partners. Duitsland kent bijna voor elke deelstaat een aparte regeling, dus hier bestaat heel wat speelruimte, werpt de Kartelvoorzitter op. "Daarnaast is kwaliteitsborging essentieel voor de teleconsultatie."

Medicomutvoorzitter Jo De Cock beseft dat het dossier nog gefinetuned moet worden: "We moeten op jaarbasis nota bestuderen in wisselwerking met het veld om de modaliteiten te bepalen", liet hij weten. "Voor het vergoedingssysteem worstelen we nog met veel vragen en losse eindjes", beseft dr. Gevaert. "De volgende stap is een gesprek met de minister met wat ons betreft die kernvragen: hoe pakken we dit aan op korte termijn, hoe op lange termijn en hoe gaan we om met een commerciële partner?"

Bobologie

Luc Van Gorp (CM-voorzitter) zou dan weer vooral beklemtonen dat zoveel Belgen geen gmd hebben en dat men moet werken aan die toegankelijkheid. Men wil de voorafgaande voorwaarde van de therapeutische relatie ook niet verabsoluteren omdat men bij dringende gevallen snel moet kunnen ingrijpen, onder meer via teleconsultatie. Vraag is natuurlijk wat men dan als dringend moet bestempelen. Al snel valt dan de term 'bobologie':  een resem kleine kwaaltjes die niet dringend zijn belanden toch op spoed onder de vlag 'dringend'.

Digitale inclusie

Voor een optimale integratie van teleraadplegingen in de huisartsgeneekunde, roept de werkgroep de beroepsorganisaties op om de kwaliteitscriteria verder uit te werken en de bijhorende opleidingen en begeleiding voor zorgverleners te voorzien. Daarnaast zal het belangrijk zijn dat de bevolking passend wordt geïnformeerd door de publieke instanties en mutualiteiten. Ondersteuning aan individuen zal nodig zijn om digitale inclusie te bevorderen.

Een goede praktijk van teleraadplegingen heeft ook consequenties voor de optimale financiering ervan.