In Zuid-Afrika zijn voor het eerst twee baby's geboren die verwekt zijn via een vereenvoudigde en goedkope ivf-behandeling in een mobiel ivf-laboratorium. Dat meldt de Universiteit Hasselt op donderdag, die samen met de Universiteit van Pretoria het pilootproject heeft opgezet. Het nieuws staat ook in De Standaard en Het Belang van Limburg.
Dankzij de mobiele ivf-laboratoria en de vereenvoudigde behandeling wordt kunstmatige bevruchting nu betaalbaar en toegankelijk voor mensen in lage- en middeninkomenslanden die geen toegang hebben tot dure fertiliteitszorg. "Met ons mobiele labo kunnen we wereldwijd op een laagdrempelige manier koppels helpen die kampen met onvruchtbaarheid", zeggen fertiliteitsexperts prof. dr. Willem Ombelet en dr. Gerhard Boshoff.
Het pilootproject in de buurt van Johannesburg bouwt voort op jarenlang onderzoek van The Walking Egg vzw, het Limburg Clinical Research Center (LCRC) van UHasselt, de University of Pretoria en Ziekenhuis Oost-Limburg. Daarbij werd een kostenefficiënt ivf-systeem ontwikkeld. In het mobiele laboratorium werden eicellen uit de plaatselijke ivf-kliniek bevrucht en gekweekt. Vervolgens werden de embryo's geplaatst bij tien koppels die deelnamen aan het project. Vijf koppels raakten zwanger. Vier zwangerschappen verliepen normaal, één eindigde in een miskraam.
Op 18 juni 2025 werd in Rustenburg meisje Milayah (2,7 kg) geboren. Een dag later volgde de jongen Rossouw (3,1 kg). De andere twee zwangerschappen lopen nog. Daarnaast hebben vier patiënten overtollige embryo's beschikbaar voor cryopreservatie, bevriezing.
"Deze studie toont aan dat dit goedkope, vereenvoudigde ivf-systeem, toegepast in een mobiel laboratorium, vergelijkbare succespercentages haalt als klassieke ivf in dure centra. De ontwikkeling biedt hoop aan miljoenen koppels wereldwijd die kampen met onvruchtbaarheid en geen toegang hebben tot dure zorg. Met ons mobiele labo kunnen we in landen met grote afstanden tot fertiliteitscentra een nog groter verschil maken", zegt dr. Boshoff.
Het onderzoeksproject wordt nu verdergezet met nieuwe studies in Egypte, India en Indonesië.
