BIHR moet de digitale zorg stroomlijnen: waarom het deze keer wel moet lukken

Nick Marly, kabinetsmedewerker van minister Frank Vandenbroucke en een van de trekkers van de digitale zorgstrategie, benadrukt dat BIHR de zorg eenvoudiger moet maken. “Als je aan digitalisering van geïntegreerde zorg begint, dan moet dat een dynamiserend verhaal worden.” Dat was de voorbije jaren niet altijd zo. Artsen moesten soms drie keer dezelfde informatie registreren. “Mocht ik arts zijn, ik zou dat ook niet aanvaarden.”

Het nieuwe BIHR-traject kreeg daarom extra tijd om de interfederale aanpak te versterken. De nota die in juni door de Interministeriële Conferentie werd goedgekeurd, bepaalt één richting en één gedeelde digitale strategie. Het doel is om registraties, toegang en gegevensuitwisseling beter op elkaar te laten aansluiten, met minder dubbele stappen voor zorgverleners en een duidelijkere omgeving voor burgers.

Marly pleit ervoor om technische discussies die vooruitgang vertragen achter zich te laten. “We moeten die technische discussies overstijgen. We hebben artificiële intelligentie en decision support die we moeten integreren.” Innovatie vraagt volgens hem stabiliteit en samenwerking tussen de verschillende digitale componenten in de zorg. “We rekenen daarbij ook op de integratie en nationale uitrol van het Vlaamse Alivia-plan, dat zorgteams moet helpen om de zorg rond een persoon met een ondersteuningsnood beter te organiseren.”

Tegen 2029 moet iedereen een EPD hebben dat BIHR-conform is. Dat vraagt duidelijke afspraken met softwareleveranciers en prioriteiten die federaal en regionaal op elkaar passen. Registratie moet volgens Marly ook waarde teruggeven aan de zorgverlener. “De registraties die artsen doen moeten iets opleveren. Ze moeten feedback krijgen die voor hun praktijk relevant is.”

Om de omschakeling haalbaar te maken, voorziet de overheid vorming die zich richt op inhoud in plaats van techniek, en een werkgroep die de registratielast moet terugdringen. “We moeten die registratielast echt verminderen. Artsen horen dezelfde informatie niet drie keer te moeten registreren.”

Het privacykader voor BIHR wordt verankerd in het nieuwe samenwerkingsakkoord eHealth–BelRAI, waarin alle kernbegrippen rond gegevensdeling, toegang en beveiliging opnieuw gedefinieerd zijn. Dat akkoord is al langs de Gegevensbeschermingsautoriteit en de Raad van State gegaan. Volgens Marly moet het “landen voor de helft van 2026”, zodat het een stabiele juridische basis vormt voor de uitrol van BIHR en de bredere digitale architectuur.

Marly merkt daarbij op dat de ambitie niet alleen bij de overheid ligt. “Zorgverleners, huisartsen, ziekenhuizen en specialisten zijn geëngageerd om vooruit te gaan. Ze willen de dynamiek van AI niet missen.” Hij ziet dat de zorgorganisatie evolueert naar teamgerichte en geïntegreerde trajecten, met inclusie van de burger. Digitale systemen moeten die beweging volgen. Systeemintegratie, uniforme registratiemodellen en gedeelde datasets zijn volgens hem geen technische details meer, maar voorwaarden om de moderne zorg te ondersteunen.

Lees ook: De digitale lat gaat fors omhoog. BIHR verandert de praktijk van elke arts tegen 2029

U wil op dit artikel reageren ?

Toegang tot alle functionaliteiten is gereserveerd voor professionele zorgverleners.

Indien u een professionele zorgverlener bent, dient u zich aan te melden of u gratis te registreren om volledige toegang te krijgen tot deze inhoud.
Bent u journalist of wenst u ons te informeren, schrijf ons dan op redactie@rmnet.be.