Het gebruik van virtuele realiteit om pijn te stillen wordt al jaren uitvoerig onderzocht in verschillende medische contexten door wetenschappers wereldwijd. Een artikel in de Journal of Pain Research schetst een stand van zaken van meer dan een decennium onderzoek.
Pijncontrole is een almaar belangrijker probleem voor artsen en andere zorgvertrekkers, vooral in de Verenigde Staten waar de opioïdencrisis aanzienlijke gevolgen heeft voor de volksgezondheid en voor het sociaaleconomisch leven. In die context brak de technologische revolutie met onder meer virtuele realiteit door om een alternatief te bieden in de behandeling van acute en chronische pijn bij zowel volwassen als jonge patiëntjes. De afgelopen tien jaar waren er verschillende klinische onderzoeken die de doeltreffendheid van virtuele realiteit in de dagelijkse praktijk testten.
Een meta-analyse en systematische review, gepubliceerd in het Journal of Pain Research door een groep Amerikaanse wetenschappers, analyseerde gegevens uit 22 klinische studies, zowel experimenteel als quasi-experimenteel, om de intensiteit van pijn bij een bepaalde groep patiënten voor en na het gebruik van virtuele realiteit te vergelijken.
De resultaten ondersteunen globaal het gebruik van virtuele realiteit om acute pijn te verminderen, zowel tijdens een ingreep als onmiddellijk daarna, met een betrouwbaarheidsinterval van het effect van 0,2 tot 1,12, wat pleit voor het gebruik van virtuele realiteit. Hoewel de meeste studies een vermindering van chronische pijn melden, zijn de auteurs van de systematische review van mening dat de kwaliteit van wetenschappelijk bewijs niet groot genoeg is om langdurige pijnverlichting te garanderen.
De auteurs bevelen het gebruik van virtuele realiteit aan om de intensiteit van acute pijn te verminderen en pleiten voor meer onderzoek naar het effect van virtuele realiteit op lange termijn en bij chronische pijn.
